SV | En David zeide tot de oversten der Levieten, dat zij hun broeders, de zangers, stellen zouden met muziekinstrumenten, met luiten, en harpen, en cimbalen, dat zij zich zouden doen horen, verheffende de stem met blijdschap. |
WLC | וַיֹּ֣אמֶר דָּוִיד֮ לְשָׂרֵ֣י הַלְוִיִּם֒ לְהַֽעֲמִ֗יד אֶת־אֲחֵיהֶם֙ הַמְשֹׁ֣רְרִ֔ים בִּכְלֵי־שִׁ֛יר נְבָלִ֥ים וְכִנֹּרֹ֖ות וּמְצִלְתָּ֑יִם מַשְׁמִיעִ֥ים לְהָרִֽים־בְּקֹ֖ול לְשִׂמְחָֽה׃ פ |
Trans. | wayyō’mer dāwîḏ ləśārê haləwîyim ləha‘ămîḏ ’eṯ-’ăḥêhem haməšōrərîm biḵəlê-šîr nəḇālîm wəḵinnōrwōṯ ûməṣilətāyim mašəmî‘îm ləhārîm-bəqwōl ləśiməḥâ: |
En David zeide tot de oversten der Levieten, dat zij hun broeders, de zangers, stellen zouden met muziekinstrumenten, met luiten, en harpen, en cimbalen, dat zij zich zouden doen horen, verheffende de stem met blijdschap.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En David zeide tot de oversten der Levieten, dat zij hun broeders, de zangers, stellen zouden met muziekinstrumenten, met luiten, en harpen, en cimbalen, dat zij zich zouden doen horen, verheffende de stem met blijdschap.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!